Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for maart, 2012

Sam voelde haar hand op zijn arm, aarzelend, zoekend, warm. Hij reikte naar haar vingers, voelde de warmte en beseft zich nu in fracties van seconden dat hij zijn eigen lichaamswarmte voelt. Hij voelt een felle korte prik en hij reikt naar zijn hals… opnieuw haar hand, nu op zijn schouder. Nauwelijks voelt hij haar aanraking en er parelen zweetdruppels op zijn hoofd. Haar ademhaling lijkt zwaar te worden, hij hoort haar raspen, snakken, slikkend inhaleren. Vaag klinken er geluiden van een worsteling, een gevecht waarvan hij steeds verder afstand lijkt te nemen. Hij hoort nog het gefluister van haar stem. Sam lijkt in een ander besef, een vreemde realiteit waarin de duisternis niet echt donker lijkt en hij in een bovennatuurlijk licht een gestalte onderscheidt. Hij tast op het licht en wankelt naar voren. Dan voelt hij vingers in zijn schouders knellen en roept iemand zijn naam. Hij voelt een tocht langs zijn lichaam en weer een stem. Een vrouwelijke stem die hem vertrouwt overkomt maar die hij niet herkent. De vingers nemen in kracht af. Sam spreidt zijn armen maar voelt niets of niemand meer om hem heen. Zijn voeten hebben geen contact meer met de vloer, hij is het besef van zijn gewicht kwijt. ‘Waarom schreeuw ik niet? Waarom ben ik niet in paniek?’, hij denkt de emotie en spoelt weg. Vaag herinnert hij zich de geur die voor een ogenblik in zijn neus dringt. Hij ontwaart een lichte ruimte, zonovergoten en vol speelgoed en een vriendelijke vrouwenstem die hem verteld dat hij zo dadelijk lekker gaat slapen en dan dat kapje op zijn neus en zijn mond-… Die geur en het glijden, eeuwenlang glijden van de trapleuning naar beneden… in zichtbare duisternis, in meekleurend grijs met zwarttinten, tot hij zal ontwaken.

Hij wordt niet wakker nu. Hij schijnt zich te verzetten want er wordt in de verte aan hem getrokken, er ligt een hand op zijn mond en hij hoort een tweede of een derde stem, mannelijk maar zonder herkenning… is Lot nu verdwenen?

[…Ze kijkt in de verte, om haar nek wappert een vale zwarte doek. Haar rechterhand klemt zich om haar linkerschouder en haar linkerhand rust op haar buik. Ze heeft haar voeten in één lijn met haar heupen onder haar lichaam. Ze tuurt in de verte alsof ze iets of iemand verwacht en er heerst een afwachtende stilte. Hij kijkt van haar weg en ziet zijn zoon die speelt op de toestellen die onder de rozerode lucht opgesteld staan. Het ventje heeft een blijvende ernst op zijn mond, een donkerte in zijn blik die een mogelijke lach verkilt. Zo jong nog en zo stuk gemaakt. Hij speelt zonder vreugde en klautert in het koude stalen klimtoestel. Hij ziet Lot, onderuitgezakt op het bankje bij het speelveld, ze ziet niets, hoort niets.

Het rommelt in de verte. Er druist een wind over de vlakte, het eeuwenoude huis strekt haar vingers om de vale zwarte doek rondom haar nek en zijn kind kijkt angstig maar verwachtingsvol naar de horizon. Het roodroze schakeert in een purperachtig dreigement. Lots haren wapperen rondom haar hoofd maar ze lijkt het niet te merken. Het geluid van de ijzers onder de hoeven van een enorme zwarte ruin kondigt haar komst aan. Ze berijdt het enorme dier met de volmaaktheid van een amazone. Soepel, gracieus en vol vertrouwen laat ze het paard over de vlakte draven. Haar rode lokken slaan als vlammen rond haar prachtige gezicht waarin een zeldzame glimlach zich samenvoegt met een verdrietige blik die dwars door hem heen lijkt te kijken. Haar kleding, spannend als een tweede huid, is vurig blauw en golvend zwart en toont de welving van haar lichaam tot in detail… opwindend en verontrustend. Haar houding, haar lijf, haar onverschrokken uiterlijk is bedreigend. Net als het zwaard.

De oude vrouw lijkt te deformeren en krijst haar naam. Met een ontstellende snelheid trekt zij vanuit zichzelf een lang zwaard tevoorschijn. Ze trekt de vale zwarte doek van haar nek en bindt het weefsel rondom het handvat van het zwaard. Haar hals zit vol zwarte gaten, en haar schedel schijnt door haar haren. Ze komt niet van haar plaats maar lijkt zich te wortelen in de grond waarop zij staat: haar schouder naar achteren gebracht, de beenderen van haar armen in de lijn van de schouders, het zwaard in eenzelfde lijn en klaar om toe te slaan. Nog voor ze haar armen kan bewegen is de amazone als een storm naderbij gekomen

…en is ze verdwenen

Ze trekt de teugels van de ruin aan die schreeuwend hinnikend en steigerend tot stilstand komt. Ze  staart naar de plaats waar ze stond, waar de vale zwarte doek in de lucht dwarrelt waar eerst iets onmogelijks stond.

Je bent niet dood!” schreeuwt ze en wendt haar hoofd af.

Ze kijkt naar hem. Ze lijkt op hem af te stromen als een golf. Zo staat ze voor hem en plant haar zwaard tussen hen in.

Haar lippen bewegen maar de klanken van de woorden die ze spreekt schijnen vreemd. Hij verstaat ze fracties van seconden later.

Waar is je Vader Sam?

En terwijl ze wegvloeit zucht ze

Waar is mijn vader Sam..?…]

In de verlaten schuilkelder gaat de wekker af. Maar de duisternis blijft.

 

Read Full Post »